Natuurlijk is het een spectaculair gezicht wanneer een bal wordt verdedigd door middel van een rol of een pancake, dit zijn uiteraard noodoplossingen. Altijd eerst door middel van juiste verplaatsing en ‘het spelletje lezen’ op tijd bij de bal zijn zodat deze normaal onderhands gespeeld kan worden.

Rol

Een rol is een vallende beweging, waarbij de bal met 2 of 1 arm omhoog gespeeld wordt. Rechtshandig: maak eerst een grote laatste pas met rechts, en speel de bal. Daarna gaat één arm gestrekt door (boven het hoofd), op het plaatje de rechterarm. De linkerarm wordt eerst op de grond geplaatst (steun) en vervolgens op de buik gelegd. Doordraaien op de rug en beide benen over de schouder gooien (op het plaatje de linkerschouder). Als de rol met genoeg snelheid uitgevoerd wordt, rolt de speler zover door dat hij weer op zijn benen terecht komt en direct weer klaar staat om andere ballen te verdedigen.
Beweging
1. Algemene verdedigingshouding innemen:
– knieën gebogen
– armen los en het bovenlichaam naar voren gebogen
2. Verplaatsen naar de bal toe
3. Grote laatste pas maken
4. Twee handen onder de bal plaatsen en de bal spelen
5. Eén arm gaat gestrekt door, boven het hoofd
6. Andere arm op de buik leggen (elleboog is dan het steunpunt bij het doorrollen) of de arm gestrekt naast het lichaam leggen
7. Doordraaien op de rug
8. Beide benen over de schouder gooien
9. Uitgangspositie innemen voor aanvalsdekking of aanloop voor een aanval

Pancake

Men spreekt van een pancake als de bal met de rug van de hand wordt gespeeld terwijl de hand plat(als een pannenkoek/pancake) op de grond ligt.
Een pancake is vaak een laatste middel om een tactisch geplaatste aanval te pareren. De verdedigende speler is dan niet meer in staat de bal via een normale onderhandse techniek te verdedigen, maar kan de bal in feite nog maar net aanraken.
Door de hand plat op de grond te leggen, maakt de verdediger gebruik van de hardheid van de ondergrond waardoor de bal net zo hoog opstuitert als wanneer de bal op de grond zou komen. Mede hierdoor is het voor een scheidsrechter soms moeilijk te beoordelen of de bal al dan niet de grond heeft geraakt, maar meestal is te zien aan de richting waarin de bal stuitert of de bal al dan niet de grond heeft geraakt.