Een goede blokkering is een van de voorwaarden voor het kunnen uitvoeren van de juiste veldverdediging. Dus: geen goed blok, dan valt er voor de verdedigers vaak niet meer zo veel aan te doen. De positie van de veldverdedigers is immers afgesteld op de plaats van het blok (en de blokschaduw*).

Sprong
Op het moment dat de aanvaller de slagarm naar achteren brengt springt de blokkeerder omhoog (dus iets later springen dan de aanvaller). Met twee benen tegelijk afzetten, knieën inveren, armen blijven op hoofdhoogte. Tijdens de sprong actieve armstrekking, benen (voeten) strekken naar voren (buikspieren aanspannen!). De handen zoveel mogelijk over het net in de richting van de bal brengen.
Vingers zijn gespreid en gespannen, duimen wijzen omhoog, vingers iets gespreid om een zo groot mogelijk gebied te blokkeren.
De buitenblokkeerder (kijkend naar de aanvaller) bepaalt de positie van het blok, de middenblokkeerder sluit aan, zodat er een groot gebied bestreken wordt. De middenblokkeerder moet ervoor zorgen dat er geen gat in het blok is.
De blokkeerder op pos. 2 plaatst de rechtervoet iets verder naar voren, waardoor het lichaam zich draait en de rechterhand iets naar binnen wijst. Op pos. 4 staat de linkervoet iets voor.
Er zijn verschillende manieren van verplaatsing, afhankelijk van de afstand. Kleine afstanden worden vaak met aansluitpassen of kruispas uitgevoerd, terwijl bij grote afstanden gekozen kan worden voor indraaien, looppassen en terugdraaien.

Kruispas
Uitstappen, cross-over, aansluitpas. Wordt gebruikt om snel grote afstanden, tot 4 meter, te overbruggen. Zet een grote pas met het been dat het dichts bij de aanvaller is. Kruis je andere been voorlangs, houd de schouders zoveel als mogelijk parallel aan het net. De heupen wijzen wat richting de aanvaller. Zet de laatste stap (bijzetten) met het eerste uitstapbeen, zet de heupen parallel aan het net. Armen los voor het lichaam, ogen contact met de bal. Zet beide voeten recht voor de aanvaller en spring recht omhoog.
Zorg ervoor dat de laatste pas een grote, rempas, moet zijn. Daarna volgt nog de aansluitpas.
De middenblokkeerder, die deze kruispas gebruikt om aan te sluiten bij de buitenblokkeerders, moet niet ‘blind’ op de bal blokkeren, maar altijd proberen aan te sluiten bij de buitenblokkeerder. Een ‘gesloten’ blok zorgt voor duidelijkheid in de verdediging.

Bij aansluitpassen worden de voeten op schouderbreedte geplaatst. De armen worden zowel voor als tijdens de verplaatsing omhoog gehouden, de ellebogen zijn op schouderhoogte. Houdt oogcontact met de bal.
Het bovenlichaam en de armen blijven loodrecht op het net gericht.

Diagonaal of rechtdoor blokkeren
Verschillende blokopstellingen hebben bijpassende verdedigingssystemen.Van te voren altijd afspreken op welke wijze er wordt geblokkeerd. Het is een misverstand dat de bal altijd geblokkeerd moet worden, het is voor de veldverdediging veel belangrijker dat het blok (gesloten) op de juiste, afgesproken plaats hangt!
We starten met diagonaal blokkeren. De diagonale aanvalslijn wordt door het blok dichtgezet. Er wordt hierbij een armlengte vanaf de antenne vrijgelaten. Op deze manier start de buitenblokkeerder wat meer naar binnen, en kan de middenaanvaller goed aansluiten.

Wanneer de rechtdoor aanvalslijn wordt dichtgezet, blijft de diagonale lijn open (en moet de middenaanvaller dus een grotere afstand afleggen).

Op de bal blokkeren
Je kunt ook afspreken om op de bal te blokkeren. Er wordt dan geen zone-blok gezet, maar er wordt puur op de bal gelet.
Handzetting
– Buitenblokkeersters op rechts zetten hun linkerhand op de bal.
– De buitenblokkeersters op links zetten rechterhand op de bal.
– Middenspeler op rechts, rechterhand op de bal en op links de linkerhand op de bal.


Op deze manier hoef je niet over diagonaal of rechtdoor te praten. Alleen maar op de bal focussen.
Je hoeft je ook geen zorgen te maken dat een andere blokeerder op je voeten sprint, omdat de ene speler de rechthand op de bal zet en de ander de linkerhand.

We onderscheiden drie verschillende effecten als gevolg van het blokkeren
1. Aanvallend blok (killing blok)
Bal wordt door de blokkeerder direct bij de tegenstander op de grond gespeeld.
2. Kerend blok
Bal wordt weliswaar geblokkeerd, maar komt niet op de grond. De tegenpartij kan weer een nieuwe aanval opbouwen. Na het kerend blok staat de blokkeerder direct weer klaar voor een volgende (netverdedigings-) actie.
3. Remmend blok
Het blok wordt (meestal door kleine spelers) gebruikt om de aanvalsslag van de tegenpartij af te remmen. Hierdoor kan de eigen partij weer een aanval opbouwen. De handen wijzen hierbij iets richting het plafond.

____________

* Het gedeelte van het veld dat wordt afgeschermd door het blok dat er voor hangt. De aanvaller kan dit gedeelte niet bereiken mits hij een plaatsbal gebruikt. Een goede Blokschaduw is dus goed voor de verdedigende partij, hiermee scherm je een gedeelte van je veld af waar moeilijker gescoord kan worden.